

Toen ik in Amsterdam een vrouw sprak die rolluiken voor de ramen had omdat zij zich onveilig voelde en zij mij vroeg of ik als gemeente-ambtenaar daar iets aan kon doen, besefte ik het belang van een goed functionerende en mensgerichte overheid. Want dat is een overheid die er toe doet en waar burgers vertrouwen in kunnen hebben. Misschien wat grote woorden, maar het werken aan deze overheid is wat mij drijft.
In de praktijk van alledag gaat het voor mij over het vergroten van de effectiviteit van het overheidshandelen, het vermogen om problemen op te lossen en kansen te creëren. Een zichtbare overheid die kan doen wat nodig is. In de afgelopen 20 jaar heb ik vanuit verschillende rollen bij gemeenten hieraan concreet gewerkt.
In Amsterdam, Columbusplein mocht ik samen met collega’s een nieuwe werkwijze ontwikkelen om overlast, criminaliteit, jeugdproblematiek aan te pakken. Om de dienstverlening aan ondernemers te verbeteren zijn diverse experimenten gerealiseerd in de vergunningverlening en is een Kafkabrigade opgericht om beleid te toetsen op administratieve lasten.
Om de leefbaarheid in buurten in Amsterdam te verbeteren heb ik in Amsterdam de gebiedscyclus ontwikkeld. Hiermee werd het perspectief en het belang van bewoners en ondernemers geborgd in de ambtelijke werkwijze van planning en control.
In Zaanstad was ik opdrachtgever en kwartiermaker om de gemeentelijke organisatie te richten op de maatschappelijke opgaven in het gebied Zaandam-Oost. Zaandam-Oost is één van de gebieden uit het programma Leefbaarheid & Veiligheid van BZK. In dit programma is de gemeente één van de vele netwerkpartners die in samenwerking met bewoners maatschappelijke impact moet realiseren op armoede, werk en participatie ondermijning en veiligheid, onderwijs en kansengelijkheid.
Het werk begint voor mij met de analyse van het maatschappelijke vraagstuk en wat dit concreet betekent voor de inrichting en sturing van de organisatie, de samenwerking met andere partners en van mensen die het uiteindelijke resultaat moeten realiseren. Voor mij moet de cirkel altijd rond zijn en het eindigt dan ook met het bieden van handelingsperspectief.
De tijd die overblijft in de week, gebruik ik om fotografische portretten te maken. De portretfoto’s dragen bij aan hoe mensen naar zichzelf kijken en daarmee is fotograferen voor mij een middel om mensen te laten groeien.
Ik zie veel overeenkomsten tussen het werk als adviseur en fotograaf. Beide rollen bestaan uit observeren, communiceren, concepten uitwerken, onzekerheid omarmen en besluiten nemen, reflecteren, gevoel en ratio combineren, focus houden en zoekend werken naar een eindresultaat.